Het verloop van de bevalling
Het normale tijdstip van bevallen ligt tussen de 37 en 42 weken, dus drie weken vóór de uitgerekende datum en twee weken erna. Het verloop van de bevalling is afhankelijk van veel factoren. Als je voor de eerste keer bevalt (je bent dan een primi) is de bevalling vaak zwaarder en duurt het langer. Bij alle volgende bevallingen (je bent dan een multi) kan het een stuk vlotter verlopen.
Weeën
Veruit de meeste bevallingen (90%) starten met weeën. In het begin zal er langere tijd tussen de weeën zitten. Gaandeweg wordt de tijd tussen de weeën korter en komen ze vaker op elkaar. Naast de frequentie, zal ook de kracht en de duur van een wee toenemen. Een krachtige wee duurt meestal zo’n 50-60 seconde. Bij het klokken van de frequentie van de weeën reken je altijd van het begin van de ene wee tot het begin van de volgende wee. Heb je bijvoorbeeld gedurende één minuut een wee, daarna twee minuten pauze, en dan start van de volgende wee, dan noemen we dat ‘weeën om de drie minuten’.
Vruchtwater
Bij slechts 10% van de vrouwen begint de bevalling met het breken van de vliezen en het verliezen van vruchtwater. Het grootste deel van de vrouwen krijgt vervolgens binnen 24 uur ook weeën. De kleur van vruchtwater is een beetje troebel wit, of soms roze (dan zit er een beetje bloed in). Dit noemen we “helder vruchtwater”. Probeer wat vruchtwater op te vangen in een glas om goed te kunnen beoordelen of de kleur normaal is.
Bij veel vrouwen breken de vliezen niet vanzelf en zullen zij tijdens de ontsluiting door de verloskundige worden doorgeprikt.
Slijmprop
Sommige vrouwen krijgen vóór of tijdens hun bevalling wat slijmverlies. Sommigen merken hier echter niks van. Dit noemt men het verliezen van de slijmprop. Dit slijm is soms dik en taai, of wat dunner en slierterig. Soms zit er ook een beetje bloed bij de slijmprop. Dat is normaal.
De ontsluitingsfase
Tijdens de ontsluiting zal de baarmoedermond weker worden, verstrijken (veranderen in vorm en positie), en open gaan van nul tot tien centimeter. De ontsluiting is op te delen in drie fases:
Transformatiefase
De weeën zijn onregelmatig in frequentie en wisselend in kracht en duur. Tijdens deze fase vindt het weker worden van de baarmoedermond plaats en een deel van het verstrijken.
Latente fase
De weeën nemen toe in frequentie en worden regelmatiger. De eerste centimeters ontsluiting worden bereikt en de baarmoedermond verstrijkt helemaal.
Actieve fase
Deze start meestal rond de vier tot zes centimeter ontsluiting. Je ervaart heftige weeën, die kort op elkaar volgen, krachtig zijn en ongeveer 60-90 seconden aanhouden. De ontsluitingsfase duurt bij een eerste kindje gemiddeld 8 tot 24 uur en bij alle volgende zwangerschappen 2 tot 10 uur.
De uitdrijvingsfase
Nadat volledige ontsluiting (10 centimeter) is bereikt, kan je je baby naar buiten persen. De meeste vrouwen ervaren dan tijdens de weeën een niet-tegen-te-houden-drukgevoel (persdrang). Het hoofdje van je baby zal tijdens de uitdrijving steeds dieper in het bekken komen te liggen en uiteindelijk geboren worden. De uitdrijvingsfase duurt bij eerste kindjes gemiddeld 30 tot 90 minuten (maximaal 2 uur). En bij alle volgende kindjes 1 tot 30 minuten (maximaal 1 uur.)
Het nageboortetijdperk
Na de geboorte van de baby volgt de moederkoek (placenta). Door samentrekkingen van de baarmoeder raakt de placenta los van de baarmoederwand. Als je een beetje mee perst, wordt de placenta vaak binnen 30 minuten na de geboorte van de baby ook geboren.
Heb je vragen? Stel ze aan verloskundige Elvira!
- Praktijk: 023-5642848
- info@puurgeboortecentrum.nl
Of bekijk onze andere contactgegevens
Maak kennis met alle verloskundigen:
Waarom PUUR?
Je vindt bij ons alles wat belangrijk is in één centrum bij elkaar!