Groeiachterstand

Elke baby groeit verschillend en heeft zijn eigen optimale geboortegewicht. Dit gewicht is afhankelijk van het geslacht, het aantal weken dat je zwanger bent en hoe vaak je zwanger bent geweest. Ook hebben jouw lengte, gewicht en etnische afkomst invloed op het gewicht van de baby. De toename in gewicht van je baby vindt voor 95% plaats in de laatste 20 weken van de zwangerschap. Wanneer in deze laatste periode de baby minder hard groeit dan werd verwacht of wanneer het kindje in verhouding te klein is voor de zwangerschapsduur, heet dit een groeivertraging.

Oorzaken

  • Groeivertraging kan verschillende oorzaken hebben; · Slecht functionerende placenta (als gevolg van bijvoorbeeld roken of een hoge bloeddruk)
  • Chromosomale afwijking bij het kind
  • Ziekte bij de zwangere (bijvoorbeeld chronische hoge bloeddruk, ernstige nieraandoening of diabetes) · Infectie (zie ook infectieziekten) · Toxische stoffen (roken, alcohol en drugsgebruik)
  • Meerlingzwangerschap
  • Ondergewicht

Gevolgen

Een groei vertraagde baby heeft een verhoogd risico op verschillende problemen. Hoe langer er sprake is van groeivertraging, hoe groter dit risico wordt. Dit komt doordat groei vertraagde kinderen minder reserves hebben in de zwangerschap, tijdens de bevalling en daarna.

  • Zuurstoftekort tijdens/na de bevalling
  • Groeiachterstand in eerste levensjaren
  • Verhoogde kans op hart- en vaatziekten en diabetes
  • Sterfte indien de groeivertraging zeer ernstig is en onbehandeld blijft

Wat gebeurt er als mijn baby achterloopt in groei?

Iedere zwangerschapscontrole wordt de groei van je baarmoeder beoordeeld met behulp van het uitwendig onderzoek van de verloskundige. Als je verloskundige twijfelt over de groei zal ze een echo inplannen om te kijken of je baby voldoende groeit. Wordt de groeivertraging met de echo bevestigd dan sturen we je door voor controle bij de gynaecoloog.

In het ziekenhuis zullen ze onderzoeken wat de oorzaak is van de groeivertraging. Met behulp van echo’s kan er worden gekeken of de doorbloeding van de navelstreng naar de baby goed is (= doppler-onderzoek). Dit is belangrijk om te beoordelen of de baby nog voldoende zuurstof en voedingsstoffen via de placenta krijgt. Ligt het probleem niet bij de doorbloeding van de placenta, dan zal er verder gezocht worden naar de oorzaak. Daarnaast wordt de conditie van de baby in de gaten gehouden met behulp van CTG’s. Wordt het gevaarlijk voor de baby om in je baarmoeder te blijven, dan zal de gynaecoloog besluiten de bevalling in te leiden.

Heb je vragen? Stel ze aan verloskundige Marette!

Of bekijk onze andere contactgegevens

 

Maak kennis met alle verloskundigen:

Team Roze

Team Blauw