NIPT

De NIPT is een onderzoek waarbij bloed van de zwangere wordt afgenomen en onderzocht. In het bloed van de zwangere zit DNA dat afkomstig is van de placenta (moederkoek) en DNA dat afkomstig is van de moeder. Het DNA van de placenta is bijna altijd hetzelfde als het DNA van het kind. Het laboratorium onderzoekt het DNA in het bloed op chromosoom- afwijkingen en kan zo bepalen of het kind mogelijk down-, edwards- of patausyndroom heeft. Je kunt de NIPT laten doen vanaf 10 weken zwangerschap.

Nevenbevindingen bij de NIPT

Het laboratorium kan ook andere chromosoomafwijkingen dan down-, edwards- of patausyndroom vinden bij het kind, in de placenta (moederkoek) en zeer zeldzaam bij de zwangere zelf. Dat zijn dan nevenbevindingen. Je beslist zelf of je nevenbevindingen wilt weten. Er zijn verschillende soorten nevenbevindingen: van heel ernstig tot minder ernstig. Om zeker te weten om wat voor nevenbevinding het gaat, is vervolgonderzoek nodig, meestal een vruchtwaterpunctie of vlokkentest. Van alle 1000 zwangeren die kiezen voor de NIPT, krijgen ongeveer 4 vrouwen te horen dat er een nevenbevinding is.

Als je voor de NIPT kiest, bepaal je daarna of je ook eventuele nevenbevindingen wilt weten. Er zijn twee mogelijkheden:

  • Je wilt je kind alleen laten screenen op down-, edwards- en patausyndroom. Het laboratorium weet dan ook niet of er nevenbevindingen zijn.
  • Je wilt je kind laten screenen op down-, edwards- en patausyndroom én je wilt ook weten of het laboratorium nevenbevindingen heeft gevonden.

De uitslag van de NIPT

“De uitslag is niet-afwijkend."

Deze uitslag klopt bijna altijd. De kans is zeer klein dat je zwanger bent van een kind met down-, edwards- of patausyndroom. Je hoeft dus geen vervolgonderzoek.

“U heeft een afwijkende uitslag en bent mogelijk zwanger van een kind met down-, edwards- of patausyndroom.”

Wat zegt deze uitslag? Hier enkele voorbeelden:

Bij 90 van de 100 vrouwen die de uitslag krijgen dat ze mogelijk zwanger zijn van een kind met downsyndroom, klopt dit inderdaad; 10 vrouwen zijn dus niet zwanger van een kind met downsyndroom.
Bij 90 van de 100 vrouwen die de uitslag krijgen dat ze mogelijk zwanger zijn van een kind met edwardssyndroom, klopt dit inderdaad; 10 vrouwen zijn dus niet zwanger van een kind met edwardssyndroom.
Bij 50 van de 100 vrouwen die de uitslag krijgen dat ze mogelijk zwanger zijn van een kind met patausyndroom, klopt dit inderdaad; 50 vrouwen zijn dus niet zwanger van een kind met patausyndroom.
Bij een afwijkende uitslag is er een kans dat het kind de aandoening toch niet heeft. Zekerheid krijg je alleen door een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te laten doen. Denk je erover om de zwangerschap af te breken? Dan zou je eerst vervolgonderzoek kunnen doen om zekerheid te krijgen.

“Er is een nevenbevinding gevonden.”

Je krijgt uitleg over wat er is gevonden en wat dit mogelijk voor jouw kind of jezelf betekent. Je krijgt een uitnodiging voor een gesprek op een polikliniek klinische genetica van een universitair ziekenhuis. In dat gesprek krijg je meer informatie over de nevenbevinding en wat de mogelijkheden zijn. Er is vervolgonderzoek nodig om zekerheid te krijgen.

Vervolgonderzoek na de NIPT

Als je een afwijkende uitslag heeft gehad op de NIPT, kun je kiezen voor vervolgonderzoek. Het vervolgonderzoek bestaat uit een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie.

Kosten

Er zitten geen kosten aan de NIPT verbonden. 

Meer informatie

Of bekijk de video over NIPT

 

Heb je vragen? Stel ze aan verloskundige Marette!

Of bekijk onze andere contactgegevens

 

Maak kennis met alle verloskundigen:

Team Roze

Team Blauw